Belanghebbenden, X en Y, oefenen samen met A in firmaverband een tuinbouwbedrijf uit. De grond van het bedrijf behoort tot het buitenvennootschappelijk bedrijfsvermogen van X en Y. In 2007 verkopen zij de grond voor bijna € 2 miljoen aan een derde. In die prijs is € 340.000 begrepen voor glasopstanden. Van dat bedrag voldoen X en Y éénderde deel aan Z en laten ze de glasopstanden slopen voordat de grond door de koper in gebruik wordt genomen. In geschil is of de opbrengst van de glasopstanden belast is, of onbelast omdat het opbrengst van landbouwgrond betreft waarop de landbouwvrijstelling van toepassing is.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat de prijs van € 340.000 moet worden toegekend aan de glasopstanden en niet aan de grond. De prijs is apart vermeld in de verkoopovereenkomst en de belanghebbenden hebben de opbrengst buiten de firma om ontvangen en daarvan éénderde deel aan Z vergoed. Ware het opbrengst van de grond, dan zou Z geen recht hebben op een aandeel in de opbrengst omdat de grond enkel aan de belanghebbenden toebehoort. De bedrijfswaarde van de glasopstanden is € 340.000, zodat eenzelfde bedrag uit de verkoopopbrengst toegerekend moet worden aan het gewone bedrijfsresultaat van de firma ter compensatie van het geleden boekverlies en verlies aan stille reserves. De rechtbank verklaart het beroep van X en Y ongegrond.