Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de opname van X bv in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) geen reden is voor herziening.
Aan X bv zijn ambtshalve aanslagen VPB opgelegd over de jaren 2012 en 2013 naar geschatte belastbare bedragen van € 100.000 met boete- en belastingrentebeschikkingen. Hof Arnhem-Leeuwarden hecht geen geloof aan het relaas van X bv dat bepaalde delen van de boekhouding na inbeslagname niet zijn geretourneerd (Hof Arnhem-Leeuwarden 31 maart 2020, V-N 2020/31.1.7). Nu X bv geen aangifte heeft gedaan, volgt omkering en verzwaring van de bewijslast. De inspecteur heeft de winst van X bv niet naar willekeur vastgesteld. Het hoger beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van X bv met toepassing van art. 81 lid 1 RO ongegrond (HR 15 oktober 2021, V-N 2021/46.21.8). Vervolgens dient X bv een herzieningsverzoek in bij het hof.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de opname van X bv in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) geen reden is voor herziening. Pas na de uitspraak van het hof is bekend geworden dat X bv was opgenomen in de FSV. In de FSV is echter niets opgenomen dat maakt dat de inspecteur de onderhavige aanslagen niet (ambtshalve) kon opleggen. Eventuele onvolkomenheden in de FSV of eventuele onrechtmatigheid inzake het opnemen van X bv in de FSV kunnen derhalve in deze procedure niet leiden tot een gegrond beroep, zodat deze herzieningsgrond faalt. Ook het feit dat pas na de uitspraak van het hof is gebleken dat X nog niet de gehele administratie had teruggekregen is geen reden voor herziening. X had kunnen aangeven welke kopieën hij pas later heeft gekregen die maken dat hij over de jaren 2012 en 2013 niet de vereiste aangifte kon doen. X heeft dit nagelaten.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:119
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 23 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag