De Hoge Raad oordeelt dat bij de voorgenomen verkoop van een deelneming een transitorische actiefpost op de balans moet worden opgenomen voor de daarbij gemaakte kosten. Zodra er duidelijkheid is, moet deze actiefpost worden afgeboekt, en moet worden bepaald in hoeverre het bedrag van die afboeking onder de deelnemingsvrijstelling valt.
Z houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. X bv houdt deelnemingen in een aantal vennootschappen. Aangezien Z de pensioengerechtigde leeftijd nadert, en er geen opvolging in de familie is, wordt besloten dat X bv haar deelneming van 46% in A bv zal afstoten. Om de mogelijkheden te onderzoeken wordt K bv ingeschakeld. K bv komt medio 2007 met een plan van aanpak. Tot 30 juni 2008 passeren diverse scenario’s de revue. Tegen die tijd heeft D bv (één van de aandeelhouders) een bod uitgebracht op de aandelen, is duidelijk dat een managementbuy-out van tafel is, en wordt een verkooptraject met een externe partij opgestart. Medio 2008 offreert T bv een in te stellen due diligence onderzoek, dat in augustus 2008 aanvangt. In de maanden die volgen vinden diverse presentaties en gesprekken met geïnteresseerde partijen plaats. Begin 2009 komt een deal met F bv rond, waarbij F bv alle aandelen in A bv koopt. In geschil is in hoeverre de kosten (van € 470.281) die in verband met de verkoop zijn gemaakt, en ten laste van X bv zijn gekomen, zijn aan te merken als verkoopkosten in de zin van art. 13 lid 1 Wet VPB 1969. X bv brengt € 428.536 in aftrek. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv de kosten niet in aftrek kan brengen. X bv gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de kosten van een verkooptraject van een deelneming niet in aftrek gebracht kunnen worden als de vervreemding van de deelneming tot stand komt. Indien een verkoop in eerste instantie afketst, en vervolgens toch nog een (andere) koper wordt gevonden, kunnen de kosten van de eerste fase onder omstandigheden echter wel in aftrek worden gebracht. Volgens de Hoge Raad moet een belastingplichtige bij een voorgenomen vervreemding van een deelneming dan ook een transitorische actiefpost op de balans opnemen. Zodra vaststaat dat de vervreemding zal plaatsvinden, moet deze actiefpost worden afgeboekt, en moet worden bepaald in hoeverre het bedrag van die afboeking onder de deelnemingsvrijstelling valt. Nu het hof al deze overwegingen niet heeft gemaakt, kan zijn uitspraak niet in stand blijven. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof 's-Hertogenbosch.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Editie: 10 december
Carrousel: Carrousel