Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X het pensioen van de bv heeft genoten. Uit de jaarstukken van de bv blijkt namelijk dat X sinds 2001 inkomsten van de bv ontvangt, deze ook in zijn aangiften vermeld en dat de voorziening voor lijfrente en pensioen in de VPB-aangiften afneemt.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in pensioen-bv A. In 2010 komt een oudedagsvoorziening van A bv tot uitkering. De uitkering bedraagt € 1290 per maand. X neemt de uitkering niet op in zijn IB-aangifte 2015. De inspecteur corrigeert de aangifte en legt een aanslag op waarbij rekening is gehouden met de uitkering. X stelt dat de bv niet over liquide middelen beschikt om een pensioenuitkering te doen en dat er geen rekening-courantschuld aan de bv bestaat.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X het pensioen van de bv heeft genoten. Uit de jaarstukken van de bv blijkt namelijk dat X sinds 2001 inkomsten van de bv ontvangt, deze ook in zijn aangiften vermeld en dat de voorziening voor lijfrente en pensioen in de VPB-aangiften afneemt. Het pensioen is voor X dan vorderbaar bij A bv. Het pensioen is volgens het hof ook inbaar. Uit de jaarstukken van A bv blijkt namelijk dat in de jaren 2004 - 2016 een rekening-courantschuld van X aan A bv is opgenomen van circa € 300.000. X maakt niet aannemelijk dat deze schuld er niet was. De pensioenuitkering is verrekend met de rekening-courantschuld aan de bv. Niet van belang is dat A bv niet over voldoende liquide middelen beschikt. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.146

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 december

58

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen