De heer X is houder van een bestelauto, type pick-up. Deze wordt vrijwel uitsluitend voor zakelijke doeleinden gebruikt: het bijwonen van vergaderingen en het uitvoeren van biologisch onderzoek. X voldoet voor de motorrijtuigenbelasting het lage bestelautotarief (art. 24b Wet MRB 1994). Op 14 april 2014 wordt echter bij een controle vastgesteld dat de laadbak is voorzien van een hoge overkapping met onder meer een zijruit aan de linkerzijde. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag van € 1.805, alsmede een 100% boete is opgelegd. Rechtbank Zeeland-West Brabant matigt de boete tot € 451. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de auto door de overkapping niet meer kwalificeert als een bestelauto, maar als een personenauto. Het gebruik door X van de overkapping als ‘droge rustplaats' en ter bescherming bij zijn onderzoeken in de natuur, is geen vrachtvervoer in de gangbare betekenis. Het maakt niet uit dat de overkapping volgens X slechts enkele dagen op de auto zat. De rechter is namelijk niet bevoegd wetgeving in formele zin te toetsen aan algemene rechtsbeginselen. Aangezien niet is komen vast te staan hoe lang de overkapping op de auto zat, wordt de boete gematigd tot € 200. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 5:46
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 33
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 7 juni