Het Poolse AZ vervaardigt banketbakkerswaren en gebak. De minimale houdbaarheidsdatum van de producten is langer dan 45 dagen. In 2013 wordt de indeling van de producten van AZ gewijzigd van ‘Beschuiten en koekjes, banketbakkerswaren en gebak met lange houdbaarheid' naar ‘Vers banketbakkerswerk'. AZ dient vervolgens een verzoek in om toch het verlaagde btw-tarief van 8% te mogen toepassen op de betrokken goederen, waarvan de minimale houdbaarheidsdatum of de uiterste verbruiksdatum langer dan 45 dagen is, ook al zijn zij ingedeeld onder de post ‘Vers banketbakkerswerk'. Het verzoek van AZ wordt niet gehonoreerd. Volgens de Poolse fiscus mag de wetgever namelijk de houdbaarheidsdatum als criterium hanteren voor toepassing van het verlaagde btw-tarief. De Poolse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het EU-recht zich er niet tegen verzet dat Polen toepassing van het verlaagde btw-tarief op verse banketbakkerswaren en vers gebak enkel laat afhangen van de ‘minimale houdbaarheidsdatum' of de ‘uiterste verbruiksdatum' van deze goederen. Het Hof van Justitie EU merkt daarbij wel op dat het beginsel van fiscale neutraliteit hierbij moet worden geëerbiedigd. Of dat het geval is, moet de Poolse rechter onderzoeken.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie