Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft verzuimd een proceskostenvergoeding toe te kennen voor deskundigenbijstand op basis van no-cure-no-pay.

Belanghebbende, X, gaat in bezwaar en beroep tegen een WOZ-beschikking van de gemeente Berkelland. Rechtbank Gelderland verklaart het beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde. In geschil is of X in aanmerking komt voor een proceskostenvergoeding.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft verzuimd een proceskostenvergoeding toe te kennen voor deskundigenbijstand op basis van no-cure-no-pay. Gezien de overgelegde verklaring van de makelaar en de factuur die deze heeft gestuurd is aannemelijk dat X voor de onderbouwing van het beroep gebruik heeft gemaakt van de diensten van de makelaar en dat hij daarvoor kosten heeft gemaakt. Dat de makelaar X op basis van ‘no cure no pay' heeft geadviseerd, staat een proceskostenvergoeding niet in de weg (vergelijk HR 7 oktober 2011, nr. 10/05199, V-N 2011/50.5). Dat sprake is van een vriendendienst, zoals de heffingsambtenaar heeft gesteld, volgt niet uit de nadien overgelegde factuur. Het hof wijst de gevraagde proceskostenvergoeding toe tot een bedrag van € 200 (4 uren * € 50).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen