Rechtbank Noord-Holland verklaart het tweede beroep van X niet-ontvankelijk omdat tegen de nadere beslissing van de inspecteur volgend op de uitspraak op bezwaar geen beroep mogelijk is. De rechtbank besluit het door X ingetrokken eerste beroep alsnog in behandeling te nemen wegens dwaling.

X stelt beroep in bij Rechtbank Noord-Holland tegen een uitspraak van de inspecteur op zijn bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2011 met boete (procedurenummer 14/857). De inspecteur verzoekt X het beroep in te trekken omdat in de bezwaarfase de hoorplicht is geschonden. X doet dit en na de intrekking volgt er alsnog een hoorzitting, waarna de inspecteur opnieuw uitspraak doet op het bezwaar. Ook nu stelt X weer beroep in bij de rechtbank (procedurenummer 14/3366).

Rechtbank Noord-Holland verklaart het tweede beroep van X (14/3366) niet-ontvankelijk omdat tegen de nadere beslissing van de inspecteur volgend op de uitspraak op bezwaar geen beroep mogelijk is (zie HR 20 januari 2012, nr. 10/02678, V-N 2011/50.2). De rechtbank besluit het door X ingetrokken eerste beroep (14/857) alsnog in behandeling te nemen (om proceseconomische redenen onder het zaaknummer 14/3666) omdat de rechtbank geloof hecht aan de stelling van X dat deze het eerste beroep niet had ingetrokken als hij geweten had dat de uitspraak op bezwaar hierdoor rechtens onaantastbaar zou worden. Het beroep van X op dwaling slaagt. Dit mag X verder niet baten, zijn beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 3 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen