Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank ten onrechte zelf in de zaak heeft voorzien. X is daarmee benadeeld, zodat de zaak moet worden teruggewezen naar de heffingsambtenaar, voor een nieuwe uitspraak op bezwaar.

Aan X is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. De heffingsambtenaar van de gemeente Zwolle verklaart het bezwaarschrift niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Rechtbank Overijssel vernietigt deze uitspraak en verklaart het bezwaarschrift ongegrond. X komt in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank ten onrechte zelf in de zaak heeft voorzien. X is hierdoor benadeeld. Indien de uitspraak op bezwaar wordt vernietigd, dan moet de rechter de heffingsambtenaar opdragen opnieuw op het bezwaar te beslissen. Hiervan kan worden afgeweken indien partijen aandringen op een inhoudelijke beoordeling van het geschil door de rechter, of indien duidelijk is dat de belanghebbende niet wordt benadeeld (vgl. HR 9 juni 2006, nr. 41130, en HR 26 juni 2009, nr. 42615). In dit geval heeft X de rechtbank uitsluitend verzocht om een beslissing over de juistheid van de uitspraak op bezwaar. Over de materiële kant van het geschil heeft hij zich in beroep niet uitgelaten. Hij voert aan dat hij ten onrechte niet op zijn bezwaar is gehoord en vraagt de rechtbank de zaak terug te wijzen naar de heffingsambtenaar om opnieuw op het bezwaar te beslissen. Hij is niet aanwezig geweest ter zitting en heeft niet ingestemd met inhoudelijke afdoening van de zaak door de rechtbank. Uit de stukken blijkt ook dat er verschil van mening bestaat over de feiten. Het hof wijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar en kent X een kostenvergoeding van € 496,- toe.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 8:74

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 december

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen