Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een aanslag waterschapsbelastingen van het Waterschap Noorderzijlvest te Groningen. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar van X gegrond, vermindert de aanslag, maar weigert X een kostenvergoeding toe te kennen. De heffingsambtenaar stelt dat van beroepsmatig verleende rechtsbijstand geen sprake is nu X en de gemachtigde partners van elkaar zijn en op hetzelfde adres wonen.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 26 augustus 2014, 13/01237, V-N Vandaag 2014/1743) oordeelt dat in dit geval sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand binnen het verband van het huishouden. Het hof overweegt dat de gemachtigde een declaratie heeft opgemaakt inclusief omzetbelasting die door X is betaald. De gemachtigde heeft vervolgens de gefactureerde btw op aangifte voldaan. Het hof leidt hieruit af dat X en zijn gemachtigde zijn overeengekomen dat de gemachtigde in deze zaak, ook in de bezwaarfase, beroepsmatig voor X zou optreden. Verder is het hof van oordeel dat de verleende rechtsbijstand de gebruikelijke hulp tussen partners te buiten gaat. Aan het oordeel van het hof doet niet af dat X en zijn gemachtigde later in maatschapsverband gezamenlijk een onderneming zijn gaan uitoefenen. Rekening houdend met een wegingsfactor 0,5 ontvangt X een proceskostenvergoeding van € 1.339 voor bezwaar, beroep en hoger beroep. Overigens falen de grieven van X tegen de aanslag waterschapsbelastingen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:15