Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de hoogte van de saldi alsmede de omstandigheid dat sprake is van beleggingen in obligaties en beleggingsfondsen aannemelijk doen zijn dat de heer X een belegging voor de lange termijn aanhoudt of heeft aangehouden.

De heer X is door de inspecteur geïdentificeerd als rekeninghouder bij Van Lanschot in Luxemburg (VLB). Volgens de Belgische renseignementen had X er in 1996 diverse rekeningen met aanzienlijke saldi. X vermeldt in zijn IB/PVV-aangiften over 2009 en 2010 geen vermogensbestanddelen die betrekking hebben op een rekening bij VLB. In geschil is of de inspecteur terecht informatiebeschikkingen (art. 52a AWR) ten laste van X heeft genomen. Volgens Rechtbank Den Haag moet X binnen zes weken, gerekend vanaf de dag waarop de uitspraak is verzonden, alsnog aan de inspecteur de in de informatiebeschikkingen gevraagde informatie verstrekken. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat de hoogte van de saldi alsmede de omstandigheid dat sprake is van beleggingen in obligaties en beleggingsfondsen aannemelijk doen zijn dat X een belegging voor de lange termijn aanhoudt of heeft aangehouden. De omstandigheid dat X inmiddels is gescheiden, maakt dit niet anders. Anders dan X stelt, hoeft de inspecteur niet aannemelijk te maken dat X in 2009 en 2010 een rekening heeft bij VLB. De inspecteur kan zich in redelijkheid op het standpunt stellen dat de gevraagde informatie voor de belastingheffing voor 2009 en 2010 van belang kan zijn. Die informatie zou namelijk helderheid kunnen geven over de vraag of X in die jaren over niet door hem aangegeven vermogen beschikt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 13 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen