Hof Den Haag oordeelt dat een rechtspersoon ook na haar ontbinding beroep kan instellen bij de belastingrechter.

Belanghebbende, X bv, stelt beroep in tegen uitspraken op bezwaar van de inspecteur. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat uit het handelsregister blijkt dat X bv is opgehouden te bestaan.

Hof Den Haag oordeelt dat een rechtspersoon ook na haar ontbinding beroep kan instellen bij de belastingrechter. Op grond van art. 2:19 lid 6 BW houdt een ontbonden rechtspersoon bij vereffening van haar vermogen eerst op te bestaan op het tijdstip dat de vereffening eindigt. Art. 2:23c lid 1 BW voorziet in de mogelijkheid om de vereffening te heropenen, ingeval nog een schuldeiser opkomt of er van het bestaan van een bate blijkt. Hiermee strookt het om aan te nemen dat indien een procedure tegen een rechtspersoon is aangevangen voor het tijdstip van haar ontbinding en van de vereffening van haar vermogen, de procedure tegen de rechtspersoon kan worden voortgezet, mede in volgende instanties, ook indien de vereffening van haar vermogen inmiddels is geëindigd en daarvan opgaaf is gedaan door de vereffenaar aan de registers overeenkomstig art. 2:19 lid 6 BW (Vgl. HR 11 januari 2013, 11/04505, NJ 2013/59). Dit betekent dat X bv, ook na ontbinding, in beginsel beroep kan instellen. Omdat X bv echter niet rechtsgeldig is vertegenwoordigd, is haar beroep toch niet-ontvankelijk. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 2 2:23c

Burgerlijk Wetboek Boek 2 2:19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 2 november

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen