Belanghebbende (X) heeft tot zijn pensionering in 2006 voor het Europees Octrooi Bureau (EPO) gewerkt. In 2006 geniet hij een pensioen van het EPO en heeft hij tevens een household allowance en een tax-adjustment genoten. Volgens belanghebbende is er eind 1994 sprake van een onzuivere pensioenregeling, omdat de regeling een aantal bovenmatige elementen bevat.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de pensioenregeling van het EPO niet onzuiver is. Volgens de rechtbank zijn de in de pensioenregeling opgenomen faciliteiten (de family allowances, een tax-adjustment, de flexibele pensioneringsdatum vanaf 50 jaar, de afkoopmogelijkheden, het opbouwpercentage van 2%, geen AOW-inbouw, de stopzetting van het nabestaandenpensioen bij hertrouwen en de looptijd van het wezenpensioen tot 26 jaar) niet allemaal aan te merken als een pensioen. Voor het overige zijn de faciliteiten volgens de rechtbank – volgens de toentertijd (vóór 1 januari 1995) geldende maatschappelijke opvattingen – echter aanvaardbaar. De inspecteur heeft de uitkering van het EPO volgens de rechtbank dan ook terecht volledig belast.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage