Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op teruggaaf van de dividendbelasting. X heeft niet te kennen gegeven dat zij instemt met het doen van een vervangende betaling.

Het Spaanse X verzoekt om teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting over de jaren 2007 - 2009. Volgens X is zij vergelijkbaar met een fbi. De inspecteur wijst de verzoeken af. Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 23 oktober 2020 (nr. 16/03954, V-N 2020/54.14), vraagt Rechtbank Zeeland-West-Brabant of X instemt met het doen van een vervangende betaling. De rechtbank ontvangt geen reactie op deze vraag.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op teruggaaf van de dividendbelasting. X heeft niet te kennen gegeven dat zij instemt met het doen van een vervangende betaling. Voor de periode waarvoor het regime van de afdrachtvermindering relevant is, heeft de inspecteur het verzoek ook terecht afgewezen. Uit het arrest van de Hoge Raad volgt dat het vrije verkeer van kapitaal niet wordt belemmerd door de omstandigheid dat buiten Nederland gevestigde beleggingsinstellingen niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van de regeling van de afdrachtvermindering. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de dividendbelasting 1965 11a

Wet op de dividendbelasting 1965 10

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 14 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen