Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X terecht als belastingplichtige is aangemerkt, omdat hij de onveraccijnsde sigaretten voorhanden heeft gehad. Dat hij hier geen weet van had, is irrelevant.

De FIOD treedt een loods binnen en vindt een grote partij onveraccijnsde sigaretten en goederen die te relateren zijn aan de productie van sigaretten. X is op dat moment samen met een derde, Y, aanwezig. Aan X is een naheffingsaanslag accijns opgelegd van € 2,9 mln. X verklaart dat hij alleen in de loods was om dozen te stapelen en geen weet had van de onveraccijnsde sigaretten. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X terecht als belastingplichtige is aangemerkt. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat X, door aanwezig te zijn in de loods, in ieder geval betrokken is geweest bij het voorhanden hebben van onveraccijnsde sigaretten. Hierbij is niet van belang of X wist dat het om onveraccijnsde sigaretten ging. Ook een beroep op de onschuldpresumptie en het rechtszekerheidsbeginsel slagen niet. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de accijns 51

Wet op de accijns 2

Wet op de accijns 1

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 19 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

288

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen