Rechtbank Zeeland-West-Brabant overweegt dat X de door zijn werkgever ter beschikking gestelde auto jaarlijks voor meer dan 500 kilometer in privé heeft gebruikt. De naheffingsaanslagen lb/pvv zijn terecht opgelegd.

X heeft in de jaren 2010 en 2011 auto's van zijn werkgever ter beschikking gehad. Over die jaren beschikt X over een Verklaring geen privé-gebruik auto. X heeft op verzoek van de inspecteur rittenregistraties en aanvullende informatie overlegd. De inspecteur legt vervolgens de twee in geschil zijnde naheffingsaanslagen lb/pvv op  met verzuimboetes. X komt hiertegen in beroep. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft iedere inspecteur landelijke bevoegdheid en was de inspecteur bevoegd de naheffingsaanslagen op te leggen. De woonplaats van X is niet bepalend voor de bevoegdheid van de inspecteur. Volgens de rechtbank heeft X niet doen blijken dat hij jaarlijks voor minder dan 500 kilometer privé met de ter beschikking gestelde auto's heeft gereden. Uit beeldmateriaal van het Korps Landelijke Politiediensten (hierna: KLPD) blijkt dat X met de zakelijke auto op een plek is geweest die niet is vermeld in de rittenregistratie. Rekening houdende met deze kilometers wordt het aantal van 500 privé-kilometer overschreden. Aannemelijk is dat de rittenadministratie over beide jaren onjuist was. De naheffingsaanslagen zijn terecht en naar het juiste bedrag opgelegd. Ook de opgelegde boetes zijn passend en geboden. Het systeem van kentekenherkenning is volgens de rechtbank niet in strijd met het EVRM. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 8

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Algemene wet inzake rijksbelastingen 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Europees belastingrecht, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 11 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen