Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank de redelijke termijn, in het kader van vergoeding van immateriële schade, ten onrechte heeft verlengd.

X heeft bezwaar ingediend tegen WOZ-beschikkingen en de daarmee samenhangende OZB-aanslagen met betrekking tot meerdere onroerende zaken. De heffingsambtenaar heeft de bezwaren ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de beroepen met betrekking tot twee objecten gegrond verklaard, de waarden verlaagd, de aanslagen OZB verminderd en aan X een vergoeding van proceskosten en griffierecht toegekend. Daarnaast is een vergoeding van immateriële schade toegekend vanwege een overschrijding van de redelijke termijn. In geschil is of de rechtbank de juiste bedragen aan proceskostenvergoeding en vergoeding van immateriële schade heeft toegekend.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank de redelijke termijn, in het kader van vergoeding van immateriële schade, ten onrechte heeft verlengd. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, voor zover deze ziet op de vergoeding van proceskosten en de vergoeding van immateriële schade. De immateriëleschadevergoeding wordt hoger vastgesteld en de heffingsambtenaar wordt veroordeeld tot een hogere proceskostenvergoeding voor bezwaar en beroep. X ontvangt ook een vergoeding voor de proceskosten en het griffierecht in verband met het hoger beroep bij het hof.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 11 september

Informatiesoort: VN Vandaag

339

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen