Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat mevrouw X niet de in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om het gebruik van de auto tijdens de schorsing te voorkomen. Met de stallinghouder was namelijk afgesproken dat hij ter plaatse wel af en toe met de auto mocht rijden.

Mevrouw X is houder van een Volkswagen Golf. Vanaf 8 februari 2013 is het kenteken geschorst. Aangezien de auto op 8 april 2013 en 1 maart 2014 is gesignaleerd op de openbare weg is een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een verzuimboete van 100% opgelegd. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet de in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om het gebruik van de auto tijdens de schorsing te voorkomen. Met de stallinghouder was namelijk afgesproken dat hij ter plaatse wel af en toe met de auto mocht rijden. Alleen het rijden op de snelweg was hem expliciet verboden. Er is dus geen sprake van afwezigheid van alle schuld (avas). Gelet op de afspraak omtrent het incidentele gebruik is de 100% boete passend en geboden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 24 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen