De heer X is vanaf 2006 houder van een personenauto BMW 535 I Automatic op benzine. De datum van eerste toelating is 16 december 1985. Vanaf 16 december 2010 betaalt X geen motorrijtuigenbelasting meer voor de auto. Op 1 januari 2012 is de leeftijdsgrens voor oldtimers verhoogd van 25 naar 30 jaar. Op grond van de overgangsregeling was X nog steeds geen MRB verschuldigd. Op 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens verhoogd naar 40 jaar. In geschil is of X uit hoofde van de overgangsregeling terecht € 120 over 2014 heeft voldaan. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de auto op 1 januari 2014 niet aan de nieuwe wettelijke regeling voor oldtimers voldoet zodat de vrijstelling terecht van rechtswege is komen te vervallen. X stelt vergeefs dat de overgangsregeling geen onderscheid maakt tussen houders die de auto dagelijks gebruiken en houders - zoals X - die de auto hobbymatig gebruiken. De nieuwe wettelijke regeling is niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod in de zin van art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM. Mede gelet op de explosieve groei van het aantal oldtimers is de wetgever binnen de ruime beoordelingsvrijheid gebleven. Het beroep op het recht op ongestoord genot van eigendom (art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM) wordt ook verworpen. Aangezien de inspecteur X ten onrechte niet heeft gehoord in de bezwaarfase, krijgt X wel een proceskostenvergoeding en wordt zijn griffierecht vergoed.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 72
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant