De heer X (belanghebbende) en zijn ex-echtgenote, mevrouw B, exploiteren in vof-verband twee restaurants van een fastfoodketen. In 2004 en 2005 wordt door de vof gebruik gemaakt van de diensten van het schoonmaakbedrijf van de heer A. De schoonmakers van A werken na sluitingstijd zonder toezicht in de restaurants. In juni 2004 krijgt de inspecteur een anonieme tip over A. Na een FIOD-onderzoek worden diverse naheffingsaanslagen aan A opgelegd. De vof van X en B is per 1 januari 2007 ontbonden. In geschil is of X in 2009 door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor de aansprakelijkheidsschuld van de vof. Rechtbank Breda oordeelt dat de vof een eigenbouwer is, aangezien de aan A uitbestede werkzaamheden tot haar normale bedrijfsuitoefening behoorden. Van een horecabedrijf mag namelijk worden verwacht dat haar producten op een hygiënisch verantwoorde wijze en in een schone omgeving worden bereid. De vof kan dus gelijk worden gesteld met een aannemer en zij is terecht aansprakelijk gesteld voor de door A onbetaald gelaten loonbelasting. De ontvanger maakt niet aannemelijk dat er meer dan drie schoonmakers tegelijk in de restaurants werkten. De aansprakelijkstelling wordt daarom verminderd tot € 53.177.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Invordering
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 6 maart