Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat het begrip ‘exploitatie’ in art. 6 lid 3 van het Verdrag met Mexico ruim moet worden uitgelegd. Het ziet dus op iedere aanwending van een onroerende zaak, die leidt tot - werkelijke of forfaitair te bepalen - voordelen conform de Nederlandse fiscale wetgeving.
X en zijn echtgenote emigreren in 2007 naar Mexico. Zij blijven ieder voor de helft eigenaar van een appartement alhier. De WOZ-waarde daarvan is in 2018 € 913.000. X verzet zich tegen de betreffende heffing in box 3. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep geen 'werkelijke' inkomsten uit het appartement te hebben genoten.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het begrip ‘exploitatie’ in art. 6 lid 3 van het Verdrag met Mexico ruim moet worden uitgelegd. Het begrip ziet dus op iedere aanwending van een onroerende zaak, die leidt tot – werkelijke of forfaitair te bepalen – voordelen conform de Nederlandse fiscale wetgeving (zie HR 1 december 2006, 42.211, V-N 2006/65.11). Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 7.7
Wet inkomstenbelasting 2001 7.1
Wet inkomstenbelasting 2001 5.3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 3 september