Rechtbank Den Haag oordeelt dat sprake is van auto’s die na de vervaardiging ervan niet of nauwelijks in gebruik zijn geweest en dus als nieuwe auto’s zijn aan te merken.

X doet BPM-aangifte voor 48 geïmporteerde auto’s. Ondanks km-standen die variëren tussen de 7 en de 67 claimt X verminderingen als zijnde gebruikte auto’s. Volgens de inspecteur zijn het echter nieuwe auto’s. In geschil is de naheffingsaanslag. X stelt daarnaast dat voor een deel van de auto’s ten onrechte het tarief van 2017 is toegepast. Dit deel is namelijk in de eerste twee maanden van 2017 in het buitenland tot de weg toegelaten.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat sprake is van auto’s die na de vervaardiging ervan niet of nauwelijks in gebruik zijn geweest en dus als nieuwe auto’s zijn aan te merken (vgl. HR 27 januari 2017, 16/02949, V-N 2017/7.20). Vaststaat dat de betreffende auto’s vanaf juli 2017 zijn geregistreerd, zodat het tarief van 2017 moet worden toegepast. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 16a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 14 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen