Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat de ontvanger een hotelexploitant terecht als inlener aansprakelijk heeft gesteld. Het beroep op de disculpatiemogelijkheid wordt verworpen.

Belanghebbende, X bv, exploiteert een hotel en leent daarvoor arbeidskrachten in bij bedrijf A (hierna: de uitlener). De uitlener laat diverse naheffingsaanslagen loonheffingen en omzetbelasting onbetaald. De ontvanger stelt X bv, als inlener, daarvoor aansprakelijk voor een bedrag van € 13.427. X bv beroept zich op de disculpatiemogelijkheid. Niet in geschil is dat het door de uitlener niet betalen van de verschuldigde loon- en omzetbelasting niet aan X bv te wijten is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat X bv zich niet met succes kan beroepen op de disculpatiemogelijkheid. X bv maakt niet aannemelijk dat het niet-betalen van de belastingschulden ook niet aan de uitlener te wijten is. De uitlener heeft een schuld aan haar bestuurder en de kredietfaciliteit bij de bank afgelost terwijl in diezelfde periode de belastingschulden onbetaald gebleven zijn. Het is volgens de rechtbank daarom aannemelijk dat de uitlener er in die periode voor heeft gekozen om andere, concurrerende crediteuren wel te betalen en haar belastingschulden niet te voldoen. Hieruit volgt dat de uitlener een verwijt kan worden gemaakt ten aanzien van het niet betalen van de belastingschulden. De beschikking aansprakelijkstelling is terecht aan X bv opgelegd maar wordt verminderd omdat de ontvanger ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de voorbelasting.

Lees ook het thema Keten- en inlenersaansprakelijkheid.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 34

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 29 maart

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen