Minister Kaag van Financiën ziet geen aanleiding tijdelijk geen boetes of taakstraffen op te leggen voor het niet voldoen aan de registratieplicht in het UBO-register. Dat schrijft Kaag in antwoord op Kamervragen.

Het UBO-register is reeds op 27 september 2020 in werking getreden. De wet voorziet in een ruime periode van 18 maanden om aan de registratieplicht te voldoen. De deadline van 27 maart 2022 zou bij allen die het betreft dus reeds geruime tijd bekend moeten zijn. Het is de verwachting dat circa 40% tot 45% van alle entiteiten die opgave moeten doen, uiterlijk 27 maart 2022 hun UBO-informatie hebben opgegeven. Op korte termijn informeert Kaag de Kamer nader over de voorgenomen handhaving en communicatie richting registratieplichtige juridische entiteiten na 27 maart 2022.

De handhaving zal risicogebaseerd zijn en zich richten op juridische entiteiten met hogere witwasrisico’s. Partijen die opgave hebben gedaan, maar waarbij deze nog niet is verwerkt, worden niet betrokken in de handhaving. Ook ontvangt iedere entiteit waar handhaving voorgenomen is, eerst nog een laatste waarschuwing.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 29 maart

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen