Hof 's-Gravenhage verwerpt de stelling van X dat de parkeercontroleur hem onvoldoende tijd heeft gegund voor het verrichten van een betalingshandeling voor de parkeerbelasting.

Belanghebbende, X, parkeert zijn auto op 24 maart 2010 op een parkeerplaats in de gemeente Den Haag waar parkeerbelasting verschuldigd is voor het parkeren. In geschil is de naheffingsaanslag parkeerbelasting die de heffingsambtenaar van de gemeente hem heeft opgelegd. X stelt dat hem onvoldoende tijd is gegund voor het verrichten van een betalingshandeling. Omdat de parkeerautomaat geen chipknip accepteerde en hij over onvoldoende contant geld beschikte, is X naar een kapper op de hoek en daarna naar een supermarkt gelopen om geld te wisselen.

Hof 's-Gravenhage verwerpt de stelling van X dat de parkeercontroleur hem onvoldoende tijd heeft gegund voor het verrichten van een betalingshandeling voor de parkeerbelasting. Tot de tijd die een parkeerder krijgt om de belasting te voldoen behoort namelijk niet de tijd die in beslag wordt genomen met het door wisselen verkrijgen van het benodigde muntgeld. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen