Belanghebbende, X bv, ontslaat Q op 4 maart 2013 op staande voet. Q vraagt daarop een ZW- en WIA-uitkering aan, die door het Uwv worden toegekend. Vervolgens bepaalt de inspecteur in 2017 het gedifferentieerd premiepercentage Werkhervattingskas 2018 van X bv op 0,50%. Hierbij is € 14.000 aan WGA-lasten over het jaar 2016 toegerekend aan X bv, dit in verband met de instroom van Q in de WIA. X bv is het hier niet mee eens. Volgens haar houdt de terugwerkende kracht van de per 1 januari 2014 ingevoerde Wet Beperking Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters een schending in van art. 1 EP EVRM.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de terugwerkende kracht van de Wet BeZaVa geen schending inhoudt van art. 1 EP EVRM. Ook de toerekening van WGA-lasten valt namelijk onder de reikwijdte van het arrest van de Hoge Raad van 19 april 2019 (nr. 17/05894, V-N 2019/20.9). Daarbij is niet van belang dat X bv geen invloed heeft kunnen uitoefenen op de re-integratie van Q. De rechtbank verwerpt verder ook nog het beroep van X bv op het rechtszekerheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 38
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 6 april