Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat X bv niet in haar bewijslast is geslaagd dat sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat zij is genoodzaakt de huisvesting voor haar rekening te nemen.
X bv exploiteert een uitzendbureau voor buitenlandse uitzendkrachten, die hiertoe maximaal tweeëneenhalf jaar in Nederland verblijven. Zij werken in de (scheeps)bouw. X bv regelt in de nabijheid van het werk gratis huisvesting, zoals in hotels, pensions en vakantiewoningen. In geschil is of X bv de btw kan aftrekken die hiervoor aan haar in rekening wordt gebracht. Volgens de inspecteur valt deze btw onder de uitsluiting als zijnde 'het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting' (art. 1 Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968). Volgens Rechtbank Gelderland is de aftrek inderdaad uitgesloten, zelfs als het ter beschikking stellen van de huisvesting noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. De soort huisvesting of de duur is niet relevant. X bv gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv niet in haar bewijslast is geslaagd dat sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat zij is genoodzaakt de huisvesting voor haar rekening te nemen (zie HR 8 oktober 2004, nr. 38.482, V-N 2004/53.25, r.o. 3.4.1.). Het is namelijk niet ongebruikelijk dat dergelijke werknemers op eigen kosten in hun huisvesting voorzien. De tijdelijke huisvesting bevredigt voorts de privébehoeften van de uitzendkrachten, ook als zij er niet echt wonen. De door X bv overgelegde cao’s schrijven bovendien slechts een kostenvergoeding voor als de arbeid wordt verricht op een plaats die ver weg ligt van de plaats van de gebruikelijke tewerkstelling en niet als de plaats van tewerkstelling ver weg ligt van de woonplaats. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 1
Wet op de omzetbelasting 1968 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 1 november