De heer X staat vanaf april 2013 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor het verrichten van lichte administratieve werkzaamheden bij particulieren, zoals het verzorgen van IB-aangiften. Bij een strafrechtelijk onderzoek blijkt dat in 2011 tot en met 2014 11.598 aangiften door X zijn ingediend, zowel vanaf zijn eigen IP-adres als vanaf IP-adressen van anderen. In geschil is of voor 2011 tot en met 2015 terecht informatiebeschikkingen jegens X zijn genomen wegens het niet overleggen van zijn administratie.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatiebeschikkingen voor 2011 en 2012 niet rechtmatig zijn, aangezien de inspecteur niet kan specificeren hoeveel aangiften op die jaren betrekking hebben. Er kan dus niet worden vastgesteld of de activiteiten vóór april 2013 van een zodanige aard en omvang zijn dat X handelt in het kader van een bedrijf of zelfstandig beroep. X stelt met succes dat hij vanaf 2011 kennissen gratis is gaan helpen en als resultaatgenieter is hij niet administratieplichtig. X moet zijn administratie over 2013, 2014 en 2015 wel alsnog overleggen. Het gestelde misbruik van zijn IP-adres heeft hij niet aannemelijk kunnen maken. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 1 november