Aan X bv zijn door de ontvanger in 2010 aanmaningskosten en betekeningskosten van een dwangbevel in rekening gebracht. X bv maakt tijdig bezwaar tegen het opleggen van beide kosten. X bv stelt de ontvanger pas medio december 2013 in gebreke wegens het niet tijdig doen van de uitspraken. Tegen de afwijzing van de toekenning van de dwangsommen stelt X bv beroep in. Rechtbank Gelderland wijst het beroep af. X bv gaat in hoger beroep. Volgens de ontvanger zijn de ingebrekestellingen conform art. 4:17-6-a Awb 'onredelijk laat' ingediend.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de ingebrekestellingen niet onredelijk laat zijn ingediend, aangezien X bv op dat moment nog steeds uitstel van betaling genoot. De ontvanger stelt ook vergeefs dat de Belastingdienst in december altijd minder capaciteit heeft en dat X bv daar kennelijk misbruik van probeerde te maken. De laatste dag waarover de dwangsom is verschuldigd, is 21 januari 2014. De ontvanger is voor beide samenhangende zaken één dwangsom verschuldigd van € 400. Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 18 oktober