Hof Den Haag oordeelt dat X geen btw-ondernemer is. Het kopen en verkopen van zilver en goud is naar de aard namelijk niet meer dan een privéaangelegenheid. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X houdt zich bezig met het kopen en verkopen van goud en zilver. In 2012 dient hij een formulier ‘Startende ondernemer' in bij de inspecteur. Vervolgens verzoekt X om btw-teruggaaf over de eerste twee kwartalen van 2012. De inspecteur verleent de teruggaaf echter niet, omdat X volgens hem geen btw-ondernemer is.

Hof Den Haag (MK I, 9 oktober 2015, BK-14/00401 en BK-14/00402, V-N Vandaag 2015/2225) oordeelt dat X geen btw-ondernemer is. Volgens het hof blijkt uit de analyse van de activiteiten van X dat de activiteit van het kopen en verkopen van zilver en goud naar de aard niet meer is dan een privéaangelegenheid. Vervolgens merkt het hof op dat de activiteit niet in het economische verkeer en zodoende buiten het toepassingsgebied van de btw plaatsheeft. X heeft dan geen recht op teruggaaf van de voorbelasting. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 18 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen