De Staatssecretaris van Financiën heeft de tweede nota van wijziging op het Belastingplan 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Met deze nota van wijziging wordt een aantal inhoudelijke wijzigingen en diverse technische wijzigingen aangebracht.

  • De versobering van de 30%-regeling uit het Belastingplan 2024 wordt grotendeels teruggedraaid met ingang van 1 januari 2025 en daarnaast wordt per 1 januari 2027 de maximale onbelaste vergoeding op een constant forfait van 27% gesteld. Ook gaat de nieuwe expatregeling hogere salarisnormen bevatten via een wijziging van de betreffende lagere regelgeving. Op grond van het getroffen overgangsrecht hebben deze wijzigingen geen gevolgen voor ingekomen werknemers waarvoor uiterlijk in 2023 de 30%-regeling is toegepast. Het constante forfait van 27% gaat gelden voor zowel ingekomen als uitgezonden werknemers;

  • De vervoerskosten aftrek specifieke zorgkosten wordt aangepast door bij zorgkilometers, naast de voorgestelde aftrek van autokosten voor een bedrag van € 0,23 per kilometer, ook de in dat kader werkelijk gemaakte parkeer-, veer- en tolgelden in aftrek toe te staan. Dit gaat ook gelden bij de aftrek van reiskosten voor het regelmatig bezoeken van een langdurig verpleegde persoon;

  • Met ingang van 1 januari 2026 wordt voor de verkrijging van woningen het algemeen overdrachtsbelastingtarief 8% in plaats van 10,4%;

  • Bij de antifragmentatiemaatregel in de generieke renteaftrekbeperking uit het wetsvoorstel Belastingplan 2025 wordt de inwerkingtredingsbepaling zodanig aangepast dat de maatregel voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2025. Verder acht het kabinet het wenselijk dat als sprake is van een buitenlandse belastingplichtige met een vaste inrichting in Nederland – de bezittingen van het buitenlandse hoofdhuis ook worden uitgesloten van de gecorrigeerde bezittingen voor de bezittingentoets in de antifragmentatiemaatregel;

  • Er wordt zeker gesteld dat ook de overdrachten van vouchers die betrekking hebben op prestaties die vanaf 1 januari 2026 worden verricht, worden belast naar het algemene BTW-tarief;

  • De inwerkingtredingsbepaling van de Wet Stb. 2024, 240 (V-N 2024/36.20.4) waarmee de gewijzigde Eurovignetrichtlijn wordt geïmplementeerd, wordt aangepast, zodat bij koninklijk besluit kan worden vastgesteld wanneer de vastgestelde wijzigingen van de Wet belasting zware motorrijtuigen in werking kunnen treden;

  • Er wordt een omissie hersteld in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). Bij de Wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw is verzuimd de tarieven van de derde en vierde schijf met ingang van 1 januari 2025 van rechtswege te koppelen aan de reguliere energiebelastingtarieven op aardgas. Dit wordt hersteld;

  • Enkele inwerkingtredingsbepalingen worden aangepast.

Lees ook het thema Wetsvoorstel Belastingplan 2025 (36602).

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 30 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2024

1107

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen