Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de wijze waarop de overheid de opbrengst van de belastingen besteedt niet ter beoordeling staat van de belastingrechter. De heer X heeft zijn andere stelling - die in strijd is met zijn eigen aangifte - niet met stukken of op enige andere wijze voldoende onderbouwd.

Aan de heer X is conform zijn aangifte een IB-aanslag over 2014 opgelegd. Volgens Rechtbank Noord-Holland is het beroep van X ongegrond, aangezien de grieven uitsluitend zijn gericht tegen de wijze waarop de overheid de opbrengst van de belastingen besteedt. X stelt in hoger beroep dat in zijn belastbare inkomen ten onrechte een maandelijkse uitkering van € 454 is begrepen.

Hof Amsterdam oordeelt dat de wijze waarop de overheid de opbrengst van de belastingen besteedt niet ter beoordeling staat van de belastingrechter (vergl. HR 25 januari 1984, nr. 22.147, BNB 1984/114, V-N 1984/395,2; inzake grieven gericht tegen uitgaven voor defensie). De heer X heeft zijn andere stelling - die in strijd is met zijn eigen aangifte - niet met stukken of op enige andere wijze voldoende onderbouwd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 15 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen