Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur uit de verklaringen van X bv en haar gemachtigde niet mocht afleiden dat afstand werd gedaan van het hoorrecht. De inspecteur had X bv dus opnieuw moeten uitnodigen. Door dit niet te doen, is de hoorplicht verzaakt.

X bv doet in maart en april 2018 BPM-aangiften voor een Peugeot 107 (auto 1), Alfa Romeo Stelvio (auto 2), BMW X5 (auto 3), Porsche Cayenne (auto 4) en Opel Corsa (auto 5). De voldane BPM is respectievelijk € 360, € 6573, € 5814, € 18.077 en € 500. Volgens X bv is ten aanzien van auto 3 in de bezwaarfase de hoorplicht geschonden. Nadat op de bewuste hoorzitting al 68 dossiers waren besproken, vroeg de inspecteur of ze verder konden gaan met auto 3. X bv en haar gemachtigde zeiden toen echter dat het genoeg was voor die dag. De inspecteur stelt dat voor auto 3 daarom terecht is afgezien van het horen.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur uit de verklaringen van X bv en haar gemachtigde niet mocht afleiden dat afstand werd gedaan van het hoorrecht. De inspecteur had X bv dus opnieuw moeten uitnodigen. Door dit niet te doen, is de hoorplicht verzaakt. Het beroep van X bv is ook gegrond met betrekking tot het toepassen van een extra leeftijdskorting van auto 1. De voor deze auto verschuldigde BPM wordt daarom verlaagd tot € 344. X bv krijgt een proceskostenvergoeding van € 1536 en de inspecteur moet het griffierecht van € 676 vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf vier weken na heden tot aan de dag van algehele voldoening (zie HR 21 december 2018, 17/04504, V-N 2019/2.15).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 11 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen