Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de hogere belastingdruk voor buitenlandse internetkansspelen een belemmering vormt van het vrije dienstenverkeer en het vrije kapitaalverkeer. Naast de hogere belastingdruk worden de buitenlandse internetkansspelen ook geconfronteerd met administratieve verplichtingen. De rechtbank is echter van oordeel dat het rechtsherstel aan de wetgever moet worden overgelaten.
X woont in Nederland en neemt in 2009 deel aan pokerspelen via internet en aan een live pokertoernooi in Frankrijk. Ter zake van de daarmee behaalde prijzen legt de Belastingdienst aan X naheffingsaanslagen kansspelbelasting en verzuimboeten op. In geschil is of dit terecht is.Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de hogere belastingdruk voor buitenlandse internetkansspelen een belemmering vormt van het vrije dienstenverkeer en het vrije kapitaalverkeer. Naast de hogere belastingdruk worden de buitenlandse internetkansspelen ook geconfronteerd met administratieve verplichtingen. De rechtbank is echter van oordeel dat het rechtsherstel aan de wetgever moet worden overgelaten. De rechtbank verwerpt verder het standpunt van X dat een pokertoernooi een casinospel is (in welk geval niet X maar het Franse casino belastingplichtige zou zijn). Daarom is X de belastingplichtige en leidt dit niet tot een verschil in belastingheffing met de situatie waarin het pokerspel in Nederland zou zijn gespeeld. Voor het verschil in aangifteplicht tussen winnaars van buitenlandse prijzen en winnaars van binnenlandse prijzen bestaat volgens de rechtbank een objectieve rechtvaardiging omdat prijzen van buitenlandse kansspelen anders geheel buiten de heffing van kansspelbelasting zouden blijven. De stelling van X dat de internetkansspelen waaraan hij heeft deelgenomen op grond van een uitlating van de staatssecretaris zouden moeten worden aangemerkt als binnenlandse kansspelen wijst de rechtbank af omdat de wettekst op dit punt niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is. De rechtbank oordeelt verder dat de heffing van kansspelbelasting niet in strijd is met art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en wijst het beroep van X op het Besluit voorkoming dubbele belasting op feitelijke gronden af. De rechtbank laat de verzuimboeten in stand voor zover die zijn opgelegd wegens het niet tijdig betalen van belasting die op aangifte moet worden voldaan. Voorzover de boeten in verband staan met de vraag of X de belasting verschuldigd is, laat de rechtbank de boeten vervallen omdat X daarbij een pleitbaar standpunt huldigt.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Kansspelbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 1 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen