Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een vakantiepark in de gemeente Loon op Zand bestaande uit 491 kampeerplaatsen, 186 chalets, 185 stacaravans en diverse voorzieningen. In geschil is of dat park voor de toepassing van de OZB een niet-woning (heffingsambtenaar) of een woning (X) is. Voor woningen geldt een lager OZB-tarief voor het eigenarendeel en een vrijstelling voor het gebruikersdeel van de OZB.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de op het vakantiepark gelegen recreatiewoningen dienen tot woning als bedoeld in art. 220a Gemeentewet. De vakantiewoningen vertegenwoordigen echter niet meer dan 70% van de waarde van het vakantiepark, zodat dit park niet in hoofdzaak dient tot woning en terecht is aangemerkt als een niet-woning in de zin van art. 220a Gemeentewet.
De heffingsmaatstaf voor de aanslag gebruikersbelasting moet op grond van art. 220e van de Gemeentewet wel worden verminderd met de waarde die toe te rekenen is aan de woondelen (recreatiewoningen). In zoverre is het beroep van X gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 23 oktober