X exploiteert een privéhuis, voor welke activiteit zij ondernemer voor de omzetbelasting is. De klant betaalt de vergoeding voor de (standaard)dienstverlening van de prostituee aan X en X betaalt de prostituees. X heeft met de inspecteur voor het jaar 2014, net als voor de jaren 2008 t/m 2013, een vaststellingsovereenkomst gesloten. Blijkens de overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de fiscale consequenties van de exploitatie van het privéhuis, waaronder de praktische gevolgen voor de heffing van omzetbelasting. X doet conform de vaststellingsovereenkomst voor jaar 2014 aangiften omzetbelasting. Vervolgens maakt X bezwaar tegen de op de aangiften afgedragen bedragen omzetbelasting. Volgens X hoeft zij alleen omzetbelasting te voldoen over de omzet die betrekking heeft op de verhuur van kamers. X stelt dat de prostituees zelf over de door hun verrichte diensten omzetbelasting moeten betalen, omdat zij deze als zelfstandig ondernemer verrichten. Aangezien artikel 3 van de vaststellingsovereenkomst deze omzet, ook, aan X toerekent en dus bepaalt dat X hierover omzetbelasting moet voldoen, is deze bepaling in de vaststellingsovereenkomst contra legem. Het bezwaar wordt afgewezen en het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X gaat in hoger beroep.
Volgens Hof Den Haag blijkt nergens uit dat X te veel omzetbelasting op de aangiften heeft voldaan. Ook is de vaststellingsovereenkomst niet contra legem. Uit niets blijkt 1) dat de afspraken tot stand zijn gekomen op basis van door de inspecteur verstrekte onjuiste informatie, 2) dat X de afspraken onder dwang van de inspecteur heeft gemaakt dan wel 3) dat X bij het maken van de afspraken heeft gedwaald waar het gaat om de fiscale consequenties. Opmerkelijk is, volgens het hof, dat X niet alleen voor diverse jaren voorafgaand aan het jaar 2014, maar opnieuw ook voor het jaar 2015 min of meer dezelfde afspraken met de inspecteur heeft gemaakt, leidend tot gevolgen voor de heffing van omzetbelasting die nu, zij het geheel ongefundeerd, worden bestreden. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen: