De heer X heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. Van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2007 werkt X als kapitein op een binnenvaartschip, waarvoor het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een Rijnvaartverklaring heeft afgegeven. In geschil is of X voor deze periode terecht vrijstelling claimt van de volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet. X beschikt over een E-101 verklaring van de Luxemburgse autoriteiten waarin is vermeld dat op hem de sociale zekerheidswetgeving van Luxemburg van toepassing is.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat X als rijnvarende verplicht verzekerd is voor de volksverzekeringen en de zorgverzekeringswet. Het schip behoort namelijk tot de onderneming van de in Nederland gevestigde H bv. De E-101 verklaring is niet van toepassing, omdat het Rijnvarendenverdrag prevaleert boven de Verordening 1408/71. Het maakt ook niet uit dat op X vóór 2007 met toepassing van art. 13 van het Rijnvarendenverdrag de Luxemburgse wetgeving van toepassing was verklaard voor de periode van 1 september 2004 tot en met 31 december 2006. X doet deswege ten onrechte een beroep op het vertrouwensbeginsel. Het beroep van X is slechts gegrond, aangezien de aanslagen bij uitspraak op bezwaar op een te hoog bedrag zijn gehandhaafd.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 14 oktober