Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat voor het achteraf aannemen van een fiscale eenheid is vereist dat de BTW-schuld daarvan lager zou zijn geweest dan de som van de individuele schulden van twee bv's samen.

Belanghebbende, de heer X, is aandeelhouder/directeur van zowel A bv als B bv. Deze bv's houden zich bezig met uitzend- en detacheringswerk. In 2002 komen de bv's in liquiditeitsproblemen en gaan failliet. Aangezien eind oktober 2002 door A bv een geldige melding van betalingsonmacht is gedaan, is X door de ontvanger (uiteindelijk) slechts aansprakelijk gesteld voor de BTW-schulden van A bv tot en met het eerste halfjaar van 2002. X stelt primair dat de bv's materieel een fiscale eenheid voor de BTW waren. Dit is volgens X relevant, omdat een bestuurder pas vanaf 1 januari 2008 aansprakelijk kan worden gesteld voor de BTW-schulden van een fiscale eenheid.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat voor het achteraf aannemen van een fiscale eenheid is vereist dat de BTW-schuld daarvan lager zou zijn geweest dan de som van de individuele schulden van A bv en B bv samen. Het primaire standpunt van X wordt daarom afgewezen. X stelt ook vergeefs dat diverse betalingen door de ontvanger verkeerd zijn afgeboekt. De AB-groep had namelijk een betalingsregeling met de ontvanger. Als gedurende het bestaan daarvan betalingen worden gedaan, anders dan betalingen die betrekking hebben op lopende verplichtingen, prevaleert de betalingsregeling. Van betalingen van lopende verplichtingen kan X voorts achteraf niet zeggen dat deze ten onrechte niet zijn afgeboekt op de oudste openstaande belastingschulden. Door de veel te lange behandelingsduur van het bezwaar en beroep claimt X wel terecht vergoeding van immateriële schade. Het onderzoek zal hiertoe te zijner tijd worden heropend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Invorderingswet 1990 36b

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting, Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

0

Gerelateerde artikelen