De heer X is ondernemer. X verricht werkzaamheden als boekhouder en verzorgt belastingaangiften. In geschil is zijn eigen IB-aanslag over 2006. Volgens de inspecteur heeft X in dat jaar een Ziektewetuitkering van € 11.968 genoten, die niet in de aangifte is verantwoord. Rechtbank Gelderland past het belastbare inkomen aan. X gaat in hoger beroep. Op de dag van de zitting stuurt X zijn pleitnota per fax naar het hof. X verzoekt hierin om uitstel omdat hij het verweerschrift in hoger beroep van de inspecteur niet heeft ontvangen.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK II, 23 juni 2015, 14/00387, V-N Vandaag 2015/1447) oordeelt dat niet aannemelijk is dat X het verweerschrift niet zou hebben ontvangen. In zijn pleitnota verwijst X namelijk naar bijlage 13 van het verweerschrift. X stelt vergeefs dat de ZW-uitkering reeds in 1997 bij wijze van compromis in de heffing is betrokken. Er is hiertoe namelijk door X geen begin van bewijs bijgebracht. Gelet op eerdere – in de stukken van het geding vermelde – verklaringen van de belastingambtenaar met wie X het compromis zou hebben gesloten, hoeft deze niet als getuige te worden gehoord. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).