Tot de nalatenschap van A, de moeder van belanghebbende, X, behoren aandelen in F bv. Tot de bezittingen van F bv behoort het niet-opengestelde landgoed ‘G', dat is gerangschikt als NSW-landgoed. Op het landgoed zijn drie woningen gelegen, en ook ‘overige gronden' (het erf, de tuin en overige aanhorigheden) maken er deel van uit. In geschil is of erfbelasting kan worden geheven over de waarde van de ‘overige gronden'.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat ook erfbelasting kan worden geheven over de waarde van de ‘overige gronden'. Het hof overweegt hierbij dat bij de vaststelling van de WOZ-waarde weliswaar geen rekening wordt gehouden met de waarde van de ‘overige gronden', maar dat dat niet betekent dat voor de SW de waarde van de ‘overige gronden' buiten beschouwing kan worden gelaten. Het hof merkt op dat, nu de grond geen deel uitmaakt van de WOZ-waarde, deze grond gewaardeerd moet worden op de waarde in het economische verkeer ten tijde van het overlijden. Tevens merkt het hof nog op, onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis, dat de WOZ-waarde bij NSW-landgoederen, voor wat betreft de grond, niet kan worden gehanteerd omdat hieraan geen WOZ-waarde is toegekend.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 2 maart