Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de administratie door het verdichten van de omzetgegevens en het niet boeken van inkopen niet voldoet aan de wettelijke eisen. Het bewijs is daarom terecht omgekeerd en verzwaard. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO). Belanghebbende verzoekt om herziening van het arrest. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Vof X exploiteert een Vietnamees specialiteitenrestaurant. In 2009 blijkt bij een boekenonderzoek dat de kassa iedere dag voor ‘privédoeleinden' wordt afgeroomd en dat er regelmatig geld wordt uitgehaald om te kunnen gokken. Dit wordt bevestigd door de FIOD die het sterk verouderde kassa-systeem later uitleest. De contante omzet is ook onwaarschijnlijk laag. Landelijk wordt gemiddeld 35% van de omzet gepind, hier is het 80%. Het brutowinstpercentage is wel normaal, omdat bepaalde inkopen niet worden geboekt. De dagomzetten zijn steeds verdicht tot de groepen afhaal, dranken hoog/laag en restaurant. In geschil zijn twee btw-naheffingsaanslagen en de vergrijpboetes van uiteindelijk 25%. Rechtbank Oost-Nederland verlaagt één boete tot 17% vanwege het overschrijden van de redelijke termijn.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK III, 3 december 2013, 13/00213 en 13/00220, V-N Vandaag 2013/2876) oordeelt dat de administratie door het verdichten van de omzetgegevens en het niet boeken van inkopen niet voldoet aan de wettelijke eisen. Het bewijs is daarom terecht omgekeerd en verzwaard. De schattingen van de inspecteur zijn voorts redelijk. Dit wordt bevestigd door de gegevens van de nieuwe kassa die in de loop van 2009 is aangeschaft. In casu zijn boetes van 20% passend en geboden. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn wordt de andere boete ook gematigd tot 17%. De inspecteur stelt vergeefs dat hij met deze toekomstige omstandigheid ook al rekening had gehouden. De Hoge Raad (V-N 2014/65.1.1) oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO). Belanghebbende verzoekt om herziening van het arrest. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 2 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen