Rechtbank Gelderland oordeelt dat de invoering van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd niet in strijd is met art. 1 EP EVRM en art. 14 EVRM. De AOW-premie is correct berekend tot 1 augustus 2017, de maand waarin X de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

X bereikt in augustus 2017 de AOW-gerechtigde leeftijd. X wil dat in 2017 helemaal geen AOW-premie meer wordt geheven. Hij vindt dat hij gecompenseerd moet worden vanwege het verhogen van de AOW-gerechtigde leeftijd waardoor hij in 2017 langer AOW-premie heeft betaald. Ook eist X dat met terugwerkende kracht vanaf zijn 65ste AOW wordt uitgekeerd. Verder is X van mening dat hij, in verband met zijn arbeidsongeschiktheid, onvoldoende de tijd had om zich aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen. Daarnaast is X het niet eens met het geboden rechtsherstel box 3.

Rechtbank Gelderland oordeelt, onder verwijzing naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 juli 2016 (14/6146, V-N Vandaag 2016/1862), dat de invoering van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd niet in strijd is met art. 1 EP EVRM en art. 14 EVRM. Daarbij is onder andere van belang dat (met terugwerkende kracht) een overgangsregeling is getroffen. Dat deze overgangsregeling geldt voor personen met een inkomen of vermogen onder bepaalde grenzen levert geen ongeoorloofde ongelijke behandeling van X op, omdat rekening is gehouden met mensen die niet in staat zijn om zich vanuit een positie waarin arbeidsinkomsten worden verworven aan te passen. Dat X al in 2005 100% arbeidsongeschikt is geraakt en zich daarom niet tijdens zijn arbeidszame leven heeft kunnen voorbereiden op de verhoging, acht de rechtbank niet van belang gelet op het inkomen en vermogen van X. X verklaart zelf dat geen sprake is van een individuele buitensporige last. Met betrekking tot de AOW-uitkering verwijst de rechtbank X naar de socialezekerheidsrechter. De belastingrechter is niet bevoegd om hierover te oordelen. De aanslagen worden nog wel verminderd door de box 3-heffing vast te stellen op basis van het daadwerkelijk behaalde rendement.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14

Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1

Instantie: Rechtbank Gelderland

Rubriek: Inkomstenbelasting, Premieheffing, Loonbelasting

Editie: 6 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

202

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen