Het HvJ EU oordeelt dat het verkorten van de verlengde verjaringstermijn, in verband met de teruggaaf van Britse ACT, in strijd is met het EU-recht.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt in het Metallgesellschaft-arrest van 8 maart 2001 (C�397/98 en C�410/98) dat de Britse advance corporation tax (ACT) onverenigbaar met de vrijheid van vestiging en het vrije kapitaalverkeer is. Op 8 september 2003 verzoekt de Aegis-groep vervolgens om terugbetaling van de ten onrechte aan ACT betaalde bedragen over de jaren 1973 tot 1999. Aegis beroept zich hierbij op een (verlengde) verjaringstermijn die pas ingaat op het moment waarop wordt ontdekt dat abusievelijk belasting is betaald (het Kleinwort Benson-beroep). De Britse Belastingdienst geeft vervolgens op dezelfde dag in een persbericht aan dat een maatregel zal worden uitgevaardigd waardoor de verlengde verjaringstermijn, met terugwerkende kracht, niet van toepassing is. Deze maatregel wordt medio 2004 bekrachtigd. De Britse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.

Het HvJ EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat het Verenigd Koninkrijk de verlengde verjaringstermijn voor het Kleinwort Benson-beroep zonder voorafgaande kennisgeving en met terugwerkende kracht verkort. Volgens het HvJ EU is dit namelijk in strijd met het doeltreffendheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 63

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 49

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 16 december

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen