De Hoge Raad oordeelt dat de door het hof verleende BTW-teruggaaf te hoog is. Het hof heeft de huurwoning en de zonnepanelen voor de bepaling van het aftrekbare gedeelte van BTW namelijk ten onrechte als afzonderlijke investeringsgoederen in aanmerking genomen.

X laat op een perceel twee woningen bouwen, een eigen woning en een huurwoning. De huurwoning wordt vrij van BTW verhuurd. Tijdens de bouw worden op het dak van de huurwoning niet-geïntegreerde zonnepanelen geplaatst. X stelt dat de BTW die ziet op het dak van de huurwoning (€ 27.839) aftrekbaar is. De inspecteur stelt dat de uitgaven voor het dak niet zijn gedaan met het oog op het verrichten van belaste handelingen en verleent slechts aftrek voor de BTW die ziet op de zonnepanelen (€ 2959). Hof Den Haag oordeelt dat niet kan worden gesteld dat de woning uitsluitend voor woongenot is gebouwd, nu het niet de eigen woning betreft. De bouw van de huurwoning is volledig zakelijk, waarvan een deel ziet op de zonnepanelen en een deel op vrijgestelde verhuur. X heeft, naast de volledige BTW die drukt op de zonnepanelen (€ 2959), recht op aftrek van voorbelasting op het dak door middel van een pro-ratabenadering (totaal: € 4428). De staatssecretaris gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat de door het hof verleende BTW-teruggaaf te hoog is. Het hof heeft de huurwoning en de zonnepanelen voor de bepaling van het aftrekbare gedeelte van BTW namelijk ten onrechte als afzonderlijke investeringsgoederen in aanmerking genomen. De verhuur door X betreft de verhuur van een woning inclusief de zonnepanelen. Voor de BTW-heffing is dan sprake van één investeringsgoed. Nu dit investeringsgoed wordt gebruikt voor zowel handelingen waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat als voor handelingen waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat, kan X de voorbelasting in aftrek brengen in dezelfde verhouding als die waarin het totaal van de vergoedingen voor handelingen waarvoor recht op aftrek bestaat, staat tot het totaal van de vergoedingen voor alle handelingen. Dit betekent volgens de Hoge Raad dat de aan X verleende aftrek van € 2959 eigenlijk te hoog is. Het beroep in cassatie van de staatssecretaris is gegrond.

Lees ook het thema Onroerend goed: vrijgesteld van btw of toch belast?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 3 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

974

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen