De Hoge Raad oordeelt dat het Unierechtelijk verdedigingsbeginsel is geschonden en vernietigt de BTW-naheffingsaanslag. Dat uitstel van betaling is verleend, brengt niet mee dat het zonder meer gerechtvaardigd was om af te zien van het vooraf horen van X bv.

X bv exploiteert een restaurant. Naar aanleiding van tips van ex-werknemers stelt de Belastingdienst een boekenonderzoek in bij X bv. Hierbij wordt een notitie van de bedrijfsleider aangetroffen, waarin wordt beschreven hoe digitaal verwerkte omzet in de administratie digitaal kan worden gewist. Tevens verklaren ex-werknemers dat een deel van hun loon zwart wordt uitbetaald. Naar aanleiding van het onderzoek brengt de inspecteur X bv er van op de hoogte dat hij een BTW-naheffingsaanslag 2009 wil opleggen. Zonder X bv in de gelegenheid te stellen om te reageren op dit voornemen wordt de naheffingsaanslag vervolgens opgelegd. Na het bezwaar van X bv vermindert de inspecteur de naheffingsaanslag. X bv is van mening dat het Unierechtelijk verdedigingsbeginsel is geschonden. Volgens Hof 's-Hertogenbosch is dat niet het geval, omdat uitstel van betaling aan X bv is verleend voordat de naheffingsaanslag inbaar werd en X bv in de bezwaarfase in de gelegenheid is gesteld om haar bezwaren tegen de naheffingsaanslag kenbaar te maken. X bv gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het Unierechtelijk verdedigingsbeginsel is geschonden en vernietigt de naheffingsaanslag. Dat uitstel van betaling is verleend, brengt niet mee dat het zonder meer gerechtvaardigd is om af te zien van het vooraf horen van X bv. Uit het feit dat de inspecteur de naheffingsaanslag heeft verminderd, volgt dat het besluitvormingsproces zonder schending van het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel een andere afloop zou kunnen hebben gehad. Het gelijk is aan X bv.

Lees ook het thema Misbruik van Unierecht in fiscale zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 28 maart

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen