X bv is eigenaar van 59 recreatiebungalows op een recreatiepark in de gemeente Noordwijk. Aan X bv worden aanslagen rioolheffing opgelegd voor deze bungalows. X bv is het niet eens met deze aanslagen. Volgens haar is de Verordening rioolheffing 2017 onverbindend wegens strijd met art. 228a lid 1 Gem. wet, omdat de geraamde heffingsopbrengst hoger is dan de geraamde kosten die voor de gemeente zijn verbonden aan de waterketen- en watersysteemtaken.
Hof Den Haag oordeelt dat de Verordening rioolheffing 2017 van de gemeente Noordwijk niet onverbindend is. De geraamde heffingsopbrengst voor 2017 is namelijk niet hoger dan de geraamde kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan de waterketen- en watersysteemtaken. Volgens het hof heeft de heffingsambtenaar met de verstrekking van de Programmabegroting 2017 en het Afvalwaterketenplan voldaan aan zijn verplichting om inzicht te verschaffen in de ramingen. Verder heeft de heffingsambtenaar ook nog een op basis van gemeentelijke begrotingen opgesteld overzicht van de geraamde opbrengst en kosten verstrekt. Niet van belang is dat in het overzicht geen inzicht wordt verschaft in de werkelijke heffingsopbrengst en de werkelijke kosten. Toetsing van de Verordening 2017 aan het winstverbod geschiedt namelijk op basis van de geraamde heffingsopbrengst en kosten. Voor zover X bv enkele posten in de ramingen van heffingsopbrengst en kosten in twijfel trekt, merkt het hof op dat de heffingsambtenaar heeft voldaan aan zijn verplichting om nadere gegevens te verstrekken om – naar vermogen – de twijfels van X bv over door deze in twijfel getrokken posten in de ramingen van heffingsopbrengst en kosten weg te nemen. Het gelijk is aan de heffingsambtenaar.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 6 augustus