Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt na verwijzing dat de inspecteur er wel in is geslaagd het bewijs van de beboetbare feiten te leveren. 

Aan belanghebbende, X, zijn voor de jaren 2001 en 2002 aanslagen IB/PVV met boeten opgelegd in verband met verzwegen tegoeden op een KB-Luxrekening. Hof 's-Hertogenbosch vernietigt deze boeten. Gelet op de omvang van het tegoed bij KB-Lux op 31 januari 1994 (f 5.434/€ 2.466), acht het hof het bewijs van de beboetbare feiten niet geleverd. De Hoge Raad acht dit oordeel onbegrijpelijk, in het licht van de overweging van het hof dat het bij dit oordeel rekening heeft gehouden met de verklaring van de advocaat van X dat voor het bewijs van de boete tot uitgangspunt moet worden genomen dat het saldo per 31 januari 1994 jaarlijks met 10% stijgt (HR 27 september 2013, nr. 12/00726, V-N 2013/49.18.12). De zaak wordt verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden voor nader onderzoek naar het bewijs van de beboetbare feiten.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt na verwijzing dat de inspecteur er wel in is geslaagd het bewijs van de beboetbare feiten te leveren. Het hof verwerpt de stelling van X dat haar advocaat nooit heeft verklaard dat voor het bewijs van de boete tot uitgangspunt moet worden genomen dat het saldo per 31 januari 1994 jaarlijks met 10% stijgt. Van een onjuist citaat is geen sprake. Het hof verwerpt ook het standpunt van X dat zij niet van het bestaan van de KB-Luxrekening op de hoogte was. Nu er sprake is van opzet bij X, is een boete van 100% op zijn plaats. De boete wordt nog wel verminderd naar 64% omdat de verschuldigde belasting is berekend met toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast en vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 1 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen