Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de kosten van de Schotse monumentenwoning vanaf 2007 niet langer meer aftrekbaar zijn. De kosten zijn door de inspecteur uit coulance vanwege opgewekt vertrouwen tot en met 2006 in aftrek toegelaten.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de noemer bij de toepassing van de dagenbreuk op basis van het aantal gewerkte kalenderdagen in een jaar moet worden vastgesteld. De rechtbank wijst daarbij op het arrest van de Hoge Raad van 23 september 2005.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de kapitalisatiefactor aannemelijk heeft gemaakt met de bottom-up methode.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bv een nieuwe werkgever is en dat zij voor de werknemers dus nieuwe doelgroepverklaringen had moeten aanvragen. X bv stelt vergeefs dat zij louter door de omzetting van vof naar bv onevenredig zwaar wordt benadeeld.

Rechtbank Gelderland toetst of de opgelegde vergrijpboetes proportioneel zijn en komt tot het oordeel dat, gezien de som van de vergrijpboetes over meerdere jaren, matiging moet volgen. Daarbij neemt de rechtbank tevens een jaar in aanmerking dat de rechtbank wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaar niet inhoudelijk behandelt.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat uit het taxatierapport volgt dat de waarde in het economisch verkeer, en dus de maatstaf van heffing, € 1.180.000 is. Dat de koopsom is overeengekomen tussen onafhankelijke, zakelijk handelende partijen, is niet van belang.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X met zijn achteraf opgestelde urenoverzichten niet aannemelijk maakt op jaarbasis minimaal 1225 uur aan de nevenactiviteiten te hebben besteed. De slordige administratie is grove schuld en komt X op een vergrijpboete van uiteindelijk € 1200 te staan.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat het berekenen van belastingrente over een periode van 1220 dagen zodanig onevenredig is, dat deze periode beperkt moet worden.

Hof Arnhem-Leeuwarden wijst het verzoek om herziening af, omdat het feit dat in de aanslag een bedrag aan loon is begrepen dat X nooit heeft genoten, haar al vóór de uitspraak bekend kon zijn. Ook het feit dat X in de databank FSV is opgenomen, is geen grond voor herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het pensioen voor X loon vormt. Het pensioen vloeit voort uit de werkzaamheden die X in dienstbetrekking heeft verricht, en X heeft het volledige pensioen ontvangen op een door hem opgegeven bankrekening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Hof Den Haag oordeelt dat X ten tijde van haar aanwerving door A bv in Nederland woont en daarom niet uit het buitenland is aangeworven. 

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH-aanslag heeft een standpunt uitgebracht over de bepaling van het heffingsrecht over een ontslagvergoeding na grensoverschrijdende arbeid op grond van het arbeidsartikel uit het belastingverdrag tussen Nederland en Portugal.

Het aantal leasevoertuigen op de Nederlandse wegen is in de eerste drie maanden van dit jaar toegenomen. Volgens de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA) kwamen er vooral meer zakelijke leaseauto's bij, wat de vereniging toeschrijft aan de krapte op de arbeidsmarkt.

Het 'Handboek Loonheffingen 2024' van de Belastingdienst is beschikbaar. In het handboek staat informatie over de loonheffingen voor dit jaar.

Nederlanders met minder dan een modaal inkomen, krijgen komende maand veelal meer vakantiegeld dan een jaar eerder. Het tegenovergestelde is het geval voor mensen met een bovenmodaal inkomen. Dat meldt loonstrookverwerker ADP op basis van eigen berekeningen.

De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen neemt het standpunt in dat een RVU kwalificeert als een regeling voor de subjectieve vrijstelling voor pensioenlichamen.

De Wet met wijzigingen van de Wet tegemoetkomingen loondomein om het lage-inkomensvoordeel te laten vervallen en in verband met enkele andere wijzigingen is in het Staatsblad gepubliceerd. De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

In een aantal situaties mag een werkgever na een correctiebericht alsnog de 30%-regeling toepassen in het voor de overgangsregelingen behorende bij de 30%-regeling relevante tijdvak. In dat geval is de 30%-vergoeding in de relevante periode genoten in de zin van de overgangsregelingen. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep IBR IB niet winst/LB/PH-aanslag.