Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het verzoek tot verdaging terecht is afgewezen, dat de inspecteur niet over meer bewijsstukken beschikt dan hij heeft overgelegd en dat de inspecteur de aftrekposten terecht heeft gecorrigeerd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
De inspecteur legt een aanslag IB/PVV 2016 op waarin hij de opgegeven specifieke zorgkosten en scholingsuitgaven corrigeert. X, die lijdt aan gezondheidsproblemen, stelt rechtsmiddelen in tot aan het hoger beroep. Op de dag van de zitting doet X het verzoek om de zitting te verdagen. In geschil is of het hof ten onrechte de zitting niet heeft verdaagd, of de inspecteur alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank heeft overgelegd en of hij de aftrekposten terecht heeft gecorrigeerd.
Hof ’s-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2022/1424) oordeelt dat X zijn verzoek tot verdaging van de zitting onvoldoende heeft gemotiveerd omdat hij ‘de inhaalslag van medische trajecten’ onvoldoende concreet heeft toegelicht. Ook het feit dat hij een crematie zou hebben is geen reden tot uitstel omdat het verzoek op de dag van de zitting is gedaan. Het hof ziet geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de inspecteur over meer bewijsstukken beschikt dan hij aan de rechtbank heeft overgelegd. De specifieke zorgkosten en scholingsuitgaven zijn terecht gecorrigeerd omdat X niet aannemelijk maakt dat hij deze kosten heeft gemaakt.
X gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht te laat. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad