Het wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet wordt gewijzigd. Wanneer eigenlijk beslag gelegd had moet worden op een andere inkomstenbron, wordt het beslag niet nietig, maar vernietigbaar. Dat staat in de nota van wijziging die staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Door het beslag niet nietig maar vernietigbaar te laten zijn, wordt voorkomen dat, ook als de beslagvrije voet in acht wordt genomen, een beslag automatisch teruggedraaid moet worden. Deze aanpassing moet de rechtszekerheid voor beslagleggende partijen, derde-beslagenen en schuldenaren ten goede komen.

De nota van wijziging betreft ook een wijziging van art. 19 IW 1990. Er wordt geregeld dat de uitzondering op de hoofdregel van toepassing is bij beslag of verzet ter zake van schulden waaraan een gelijke of hogere voorrang is toegekend. Deze wijziging heeft met name gevolgen voor de invordering van gemeentelijke belastingen, provinciale belastingen en waterschapsbelastingen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ook de nota naar aanleiding van het verslag bij dit wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. Met dit wetsvoorstel moet de berekening van de beslagvrije voet eenvoudiger worden. Ook wordt het proces van beslaglegging zodanig ingericht dat beslagleggende partijen beter op de hoogte zijn van elkaars incassoactiviteiten.

[Nieuwsbron][Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 3 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen